Het ADR maakt geen onderscheid tussen diverse ‘rechtspersonen’ en ‘natuurlijke personen’. Het schrijft wél zaken voor wanneer het gaat over het vervoeren van gevaarlijke stoffen, c.q. de zaken die er mee samenhangen, zoals het ‘versturen’ dat in de vraag wordt genoemd.

Niet in de laatste plaats zegt het ADR iets over ‘wie’ gevaarlijke stoffen zou mogen (laten) ‘versturen’:
1.3.1 Toepassingsgebied
De personen die werkzaam zijn bij de betrokkenen overeenkomstig hoofdstuk 1.4 en wier taken betrekking hebben op het vervoer van gevaarlijke goederen, moeten zijn opgeleid, al naar gelang de eisen die het vervoer van gevaarlijke goederen aan hun verantwoordelijkheden en taken stelt. Werknemers moeten zijn opgeleid overeenkomstig 1.3.2 voordat zij verantwoordelijkheden op zich nemen en mogen uitsluitend onder het rechtstreekse toezicht van een opgeleide persoon functies vervullen waarvoor in de voorgeschreven opleiding nog niet is voorzien. De opleiding moet ook de in hoofdstuk 1.10 opgenomen speciale voorschriften voor de beveiliging van het vervoer van gevaarlijk goederen omvatten.

Het gaat over ‘personen’, zonder verdere ‘specificatie. Dat betekent in feite dat eenieder die aan 1.3.1 (en andere relevante delen van dat hoofdstuk, inclusief de verwijzingen) voldoet, gevaarlijke stoffen zou mogen versturen c.q. zou mogen laten vervoeren, ofwel een afzender mag zijn.

Uiteraard zijn er voor afzenders (en vervoerders) ook voorschriften. De rechten en plichten van een afzender staan vermeld in ADR 1.4.2.1. (Afzender), met onder andere:
a) zich ervan vergewissen dat de gevaarlijke goederen overeenkomstig het ADR zijn ingedeeld en ten vervoer zijn toegelaten;

Degene die de goederen aanneemt om deze te gaan vervoeren (de vervoerder) is ook gebonden aan voorschriften, waaronder:1.4.2.2 (Vervoerder):
a) controleren of de te vervoeren gevaarlijke goederen overeenkomstig het ADR ten vervoer zijn toegelaten.

In geen van beide secties wordt voorgeschreven dat een afzender een status als bedrijf of particulier moet hebben. Het is de vervoerder echter voorbehouden te kiezen welke zendingen vervoerd zullen worden. Omdat zaken als administratie, facturering en controle (achteraf) bij verzendende bedrijven gemakkelijker zijn in te richten dan bij particulieren, wordt veelal gekozen voor het weigeren van zendingen met gevaarlijke stoffen van particulieren, hoe goed deze dan ook (kunnen) zijn opgeleid.

Let op: het gaat in deze vraag niet over het vervoer door particulieren; zie daarvoor 1.1.3.1-a:  (Vrijstellingen die samenhangen met de aard van het vervoersproces):
a) vervoer van gevaarlijke goederen, verricht door particulieren, indien deze goederen zijn verpakt voor de verkoop in de detailhandel en zijn bestemd voor hun persoonlijk of huishoudelijk gebruik dan wel voor recreatie of sportactiviteiten, onder voorwaarde dat maatregelen zijn genomen om elke lekkage van de inhoud onder normale vervoersomstandigheden te verhinderen. Indien deze goederen brandbare vloeistoffen zijn, vervoerd in hervulbare houders, die door of voor particulieren worden gevuld, mag de totale hoeveelheid stof 60 liter per houder en 240 liter per transporteenheid niet overschrijden. Gevaarlijke goederen in IBC’s, grote verpakkingen of tanks worden niet beschouwd als te zijn verpakt voor verkoop in de detailhandel;