EEN hoeveelheid gevaarlijke stoffen moet worden vervoerd van rotterdam naar antwerpen. in welke taal moet het vervoersdocument worden opgemaakt?

Het ADR stelt in Art. 5.4.1.4.1
‘Het document met de in 5.4.1.1 en 5.4.1.2 beschreven informatie mag een document zijn dat reeds vereist is op grond van andere, van kracht zijnde voorschriften voor vervoer middels een andere vervoerswijze. In geval van diverse geadresseerden mogen de naam en het adres van de geadresseerden en de afgeleverde hoeveelheden, die het mogelijk maken dat de aard en de vervoerde hoeveelheden te allen tijde kunnen worden vastgesteld, worden vermeld in andere te gebruiken documenten of in alle andere documenten die overeenkomstig andere specifieke regelingen verplicht zijn en die aan boord van het voertuig moeten zijn.
De in het document te vermelden aanduidingen moeten in een officiele taal van het land van afzending zijn gesteld, en bovendien, indien die taal niet het Engels, Frans, of Duits is, in het Engels, Frans of Duits, tenzij eventuele internationale tarieven voor het wegvervoer, of overeenkomsten die tussen de bij het vervoer betrokken landen gesloten zijn, anders bepalen.’

Op zich lijkt dit duidelijk: De keuze lijkt te liggen tussen het Engels, Frans of Duits. Echter, er wordt ook gesproken over ‘overeenkomsten
die tussen de bij het vervoer betrokken landen gesloten zijn’
. Het ADR geeft hier geen verder uitsluitsel over; immers, het gaat hier over Nederland en België, terwijl het ADR een internationale wetgeving is die verder reikt dan die twee specifieke landen.

Afspraken tussen onderlinge landen, in afwijking op het in het ADR gestelde worden (o.a.) vastgelegd in ‘bilaterale overeenkomsten’. Deze worden in Nederland gepubliceerd in de Staatscourant.

In Nederland en België is in maart 2009 een bilaterale overeenkomst getekend met nummer 3582 waarin staat:
Volgens paragraaf 3 van artikel 4 van het ADR-verdrag, betreffende het gebruik van de te vermelden aanduidingen in het vervoerdocument in de Nederlandse taal:
1) In afwijking van de voorschriften van paragraaf 5.4.1.4.1 van Bijlage A van het ADR mogen de in het vervoerdocument te vermelden aanduidingen zijn gesteld in slechts de Nederlandse taal.

2) Deze overeenkomst is van kracht vanaf de datum van tweede ondertekening en is geldig totdat een van beide overeenkomstsluitende Partijen deze overeenkomst intrekt op het vervoer tussen België en Nederland.

Dus: het vervoersdocument mag in dit geval in het Nederlands worden opgesteld. De vraag is echter of dat (altijd) verstandig is; in België wordt zowel Nederlands, Frans als Duits gesproken en bovendien zijn de meeste mensen die betrokken zijn bij het vervoer van gevaarlijke stoffen het Engels machtig. Wellicht verdient het aanbeveling het vervoersdocument bij vervoer van gevaarlijke stoffen tussen Nederland en België op te stellen in een taal waarbij de kans op onduidelijkheden het kleinst is.