Nu het geregeld zo heet is buiten, heeft de koelinstallatie in onze bedrijfsauto moeite om onze producten koud te houden. Mag ik dan droogijs gebruiken voor extra koeling?
Droogijs, ofwel UN1845 (Kooldioxide, vast), is als stof op zich niet onderworpen aan het ADR. Dit is terug te vinden in tabel 3.2A van het ADR. Gebruik van droogijs als koudebron lijkt daarom wellicht niet bezwaarlijk.
In dezelfde tabel is echter een toevoeging vermeld: ‘met uitzondering van 5.5.3’:
5.5.3 Bijzondere bepalingen van toepassing op het vervoer van droogijs (UN1845) en op colli en voertuigen en containers met stoffen die een verstikkingsgevaar vertonen wanneer zij voor koelings- of conditioneringsdoeleinden worden gebruikt (zoals droogijs (UN 1845) of stikstof, sterk gekoeld, vloeibaar (UN 1977) of argon, sterk gekoeld, vloeibaar (UN 1951) of stikstof)
OPMERKING: In de context van deze sectie kan de term “conditionering” in een breder verband worden gebruikt en omvat deze ook bescherming.
5.5.3.1 Toepassingsgebied
5.5.3.1.1 Deze sectie is niet van toepassing op stoffen die voor koelings- of conditioneringsdoeleinden kunnen worden gebruikt wanneer zij als zending gevaarlijke goederen worden vervoerd, met uitzondering van het vervoer van droogijs (UN-nr. 1845). In geval van vervoer als zending moeten deze stoffen onder de desbetreffende positie van tabel A in hoofdstuk 3.2 worden vervoerd overeenkomstig de bijbehorende vervoersvoorwaarden. Voor UN-nr. 1845 zijn de in deze sectie vermelde vervoersvoorwaarden, met uitzondering van 5.5.3.3.1, van toepassing op allerlei soorten van vervoer, vervoer van stoffen die als koelmiddel of conditioneringsmiddel worden gebruikt, of vervoer als zending.
Met andere woorden: wanneer UN1845 op welke wijze dan ook als (extra) koelmiddel wordt ingezet, is men verplicht te voldoen aan de (relevante) voorschriften van 5.5.3. Denk hierbij aan training en opleiding:
5.5.3.2.4 Personen die betrokken zijn bij de behandeling of het vervoer van voertuigen of containers waarin droogijs (UN 1845) wordt vervoerd of stoffen die voor koelings- of conditioneringsdoeleinden worden gebruikt, moeten een opleiding hebben genoten passend bij hun verantwoordelijkheden.
Bij gebruik van een ‘bedrijfswagen met koelinstallatie’ is het wellicht zo dat de koel te houden vrachtruimte relatief luchtdicht is om (overmatig) verlies van warmte te voorkomen. Dan is sectie 5.5.3.6.1 (ook) van toepassing:
Niet goed geventileerde voertuigen en containers met droog ijs (UN 1845) of gevaarlijke goederen die voor koelings- of conditioneringsdoeleinden worden gebruikt, moeten van een kenmerking zijn voorzien in de vorm van een waarschuwingsteken als aangegeven in 5.5.3.6.2, dat op elk punt van toegang is aangebracht op een plaats waar het gemakkelijk kan worden gezien door personen die het voertuig of de container openen of betreden. Deze kenmerking moet op het voertuig of de container aanwezig blijven totdat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) het voertuig of de container is geventileerd om schadelijke concentraties van droog ijs (UN 1845) of van het koel- of conditioneringsmiddel te verwijderen; en
b) het droog ijs (UN 1845) of de gekoelde of geconditioneerde goederen zijn gelost.
Zolang het voertuig of de container is gekenmerkt, moeten de nodige voorzorgsmaatregelen worden getroffen alvorens het voertuig of de container te betreden. De noodzaak van ventilatie via de laaddeuren of andere middelen (bv. mechanische ventilatie) moet worden geëvalueerd en opgenomen in de opleiding van de betrokken personen.
Met andere woorden: droogijs voor (extra) koeling is toegestaan, maar men moet zich bewust zijn van de bijzondere bepalingen, c.q. de gevaren.
