Moeten pallets een UN-kenmerk hebben?
In hoofdstuk 6.1 (Voorschriften voor de constructie en beproeving van verpakkingen) wordt onder 6.1.1.4 gesteld: Teneinde te garanderen dat elke verpakking voldoet aan de voorschriften van dit hoofdstuk, moeten de verpakkingen zijn vervaardigd gereconditioneerd en beproefd volgens een kwaliteitsborgingsprogramma, dat de instemming heeft van de bevoegde autoriteit.
Opmerking: ISO 16106:2006 “Verpakkingen – Transportverpakkingen voor gevaarlijke goederen –Gevaarlijke goederen verpakkingen, stortgoedhouders en grote verpakkingen – Richtlijnen voor de toepassing van ISO 9001” verschaft acceptabele adviezen voor de procedures die toegepast mogen worden.
Daarnaast geldt volgens 6.1.3 (Kenmerk):
Opmerking 1: De kenmerken op de verpakking geven aan, dat deze overeenkomt met een ontwerptype dat met succes de beproevingen heeft doorstaan en dat de verpakking overeenkomt met de voorschriften van dit hoofdstuk, voor zover deze betrekking hebben op de fabricage, maar niet op het gebruik van de verpakking. De kenmerken op zich betekenen derhalve niet dat de verpakking voor een bepaalde stof mag worden gebruikt: in het algemeen worden het soort verpakking (bijv. stalen vat), de grootste inhoud en/of massa ervan en de eventuele bijzondere voorschriften voor elke stof vastgesteld in tabel A van hoofdstuk 3.2.
Dat betekent dat een pallet aan deze voorschriften moet voldoen wanneer blijkt dat een pallet gezien moet worden als een verpakking. De definitie voor een verpakking is te vinden in ADR 1.2.1 (Definities):
Verpakking: één of meer houders en alle andere bestanddelen of materialen die nodig zijn om het mogelijk te maken dat de houder zijn functie van omsluiting en andere veiligheidsfuncties vervult. (Zie ook Bergingsverpakking, Binnenverpakking, Buitenverpakking, Combinatieverpakking, Gereconditioneerde verpakking, Grote verpakking, IBC, Hergebruikte verpakking, Lichte metalen verpakking, Omgebouwde verpakking, Samengestelde verpakking, Stofdichte verpakking en Tussenverpakking.)
Een pallet wordt niet gebruikt als middel om gevaarlijke stoffen te ‘omsluiten’ en heeft geen aanwijsbare veiligheidsfunctie. De wijze waarop een pallet wordt gezien is echter terug te vinden bij de definitie van een oververpakking:
een omhulling die gebruikt wordt (door één enkele afzender in het geval van radioactieve stoffen) met het doel om één of meer colli te bevatten en een eenheid te vormen die tijdens het vervoer gemakkelijker kan worden behandeld en gestuwd;
Voorbeelden van oververpakkingen zijn:
a) een laadplateau, zoals een pallet waarop meerdere colli worden geplaatst of gestapeld en die door banden van kunststof, krimp- of rekfolie of andere geschikte middelen worden vastgezet,
of
b) een beschermende buitenverpakking zoals een kist of een krat.
Vanwege het feit dat een pallet gezien wordt als ladingdrager en niet als verpakking, hoeft een pallet niet UN-gekeurd te zijn en derhalve geen UN-keurmerk te dragen.