Helium wordt in twee ‘vormen’ genoemd in de stoffenlijst van het ADR:
UN1046; Helium, samengeperst, 2.2, met classificatiecode 1A en
UN1963, Helium, sterk gekoeld, vloeibaar, 2.2, met classificatiecode 3A.
Door het vermelde etiketnummer (2.2) is duidelijk dat helium niet gezien moet worden als een brandbaar- of giftig gas. Immers, het ADR geeft in 5.2.2.2.2 als betekenis aan etiket 2.2: ‘Niet brandbare, niet giftige gassen.’ Men kan zich vervolgens afvragen of helium geen andere eigenschappen zou kunnen hebben, zoals oxiderend of bijtend.
In ADR 2.2.2.1.3 worden de verschillende eigenschappen van gassen benoemd:
De stoffen en voorwerpen (uitgezonderd spuitbussen en chemische stoffen onder druk) van klasse 2, zijn op grond van hun gevaarseigenschappen in één van de volgende groepen ingedeeld:
A verstikkend;
O oxiderend;
F brandbaar;
T giftig;
TF giftig, brandbaar;
TC giftig, bijtend;
TO giftig, oxiderend;
TFC giftig, brandbaar, bijtend;
TOC giftig, oxiderend, bijtend.
Indien gassen of gasmengsels volgens de criteria gevaarlijke eigenschappen bezitten, die verbonden zijn aan meer dan één groep, hebben groepen, aangeduid met letter T voorrang boven alle andere groepen. De groepen, aangeduid met letter F hebben voorrang boven de groepen, aangeduid met letters A of O.
Opmerking 1: In de VN-modelbepalingen, de IMDG Code en in de Technische instructies van de ICAO zijn de gassen op grond van hun overheersende gevaar in één van de volgende drie subklassen ingedeeld:
subklasse 2.1: brandbare gassen (komt overeen met de groepen, aangeduid met hoofdletter F).
subklasse 2.2: niet brandbare, niet giftige gassen (komt overeen met de groepen, aangeduid met hoofdletter A of O).
subklasse 2.3: giftige gassen (komt overeen met de groepen, aangeduid met hoofdletter T, d.w.z. T, TF, TC, TO, TFC en TOC).
Helium heeft als classificatiecode 1A of 3A, waarbij de ‘A’ staat voor ‘asphyxiant’, ofwel verstikkend. Er zijn aan helium op zich dus geen andere gevaren toegeschreven. Het cijfer 1 in de classificatiecode 1A staat voor ‘samengeperst’ en het cijfer 3 bij 3A voor ‘sterk gekoeld, vloeibaar’.
Zowel de omschrijving, ofwel ‘juiste vervoersnaam’, als de classificatiecode verraden wat het gevaar is bij het (op deze wijze) vervoeren van helium: het gas is samengeperst of sterk gekoeld en vloeibaar. Het gevaar schuilt in de zeer hoge druk van het gas (in een gascilinder/houder) of de zeer lage temperatuur van het vloeibare gas (in de gascilinder/houder). Men zou daarom kunnen veronderstellen dat wanneer helium niet in vloeibare, sterk gekoelde en/of samengeperste vorm wordt vervoerd, de stof op zich als ongevaarlijk mag worden beschouwd.
Op zich is daar wat voor te zeggen voor wat betreft het vervoeren van helium. Dat geeft echter geen antwoord op de vraag: ‘is helium een gevaarlijke stof?’ Dit is gebruikersinformatie waarover het ADR geen uitsluitsel geeft. Er valt echter wel te beredeneren dat (een gas als) helium – in grotere hoeveelheden dan het volume van enkele ballonnen – bij het vrijkomen de zuurstof in een afgesloten ruimte kan verdringen. Vandaar de gevaarsaanduiding ‘verstikkend’. In die zin is helium op zichzelf gevaarlijk.