In de vraag gaat het over het (mogen) vervoeren van apparaten die bedoeld zijn om iets te koelen. De apparaten zelf zijn niet verder gespecificeerd; alleen de leeftijd van (minimaal) 21 jaar is een gegeven. Door het ontbreken van specificaties is niet bekend welk gas als koelgas in de apparaten is gebruikt. Evenmin is duidelijk hoeveel gas er in de apparaten aanwezig is, al zal dat waarschijnlijk aanmerkelijk meer zijn dan bij een (kleinere) koelkast voor huishoudelijk gebruik.
Het ADR kent twee ‘soorten’ koelmachines:
UN2857, KOELMACHINES met niet brandbare, niet giftige gassen of ammoniakoplossingen (UN 2672), 2.2, 6A
en
UN3358 KOELMACHINES met brandbaar, niet giftig, vloeibaar gemaakt gas, 2.1, 6F
Op UN2857 is bijzondere bepaling 119 van toepassing:
Onder koelmachines vallen machines of andere apparaten die zijn ontworpen voor het specifieke doel voedsel of andere producten in een inwendig compartiment op een lage temperatuur te houden, alsmede airconditioners. Koelmachines en bestanddelen van koelmachines zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR, indien zij minder dan 12 kggas van klasse 2, groep A of O volgens 2.2.2.1.3 bevatten, of indien zij minder dan 12 l ammoniakoplossing (UN-nummer 2672) bevatten.
Op UN3358 is bijzondere bepaling 291 van toepassing:
Brandbare, vloeibaar gemaakte gassen moeten zich bevinden in onderdelen van koelmachines. Deze onderdelen moeten worden ontworpen en beproefd voor een druk van ten minste drie maal de bedrijfsdruk van de machines. De koelmachines moeten zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat het vloeibaar gemaakte gas niet kan vrijkomen en dat het gevaar van barsten of scheuren van de onder druk staande bestanddelen onder normale vervoersomstandigheden is uitgesloten. Koelmachines en onderdelen van koelmachines zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR, indien zij minder dan 12 kg gas bevatten.
Hoewel niet precies bekend is welke specificaties de afgedankte koelmachines hadden, geldt in ieder geval dat bij minder dan 12 kilogram niet-giftig gas in een apparaat, het vervoer van het betreffende apparaat niet onderworpen was aan de voorschriften van het ADR. Verder is over deze situatie geen uitspraak te doen.