Wij hebben te horen gekregen dat we over een ADR beveiligingsplan moeten beschikken. Wat betekent dat en wat moet daar in staan?
Hoofdstuk 1.10 van het ADR is het beveiligingshoofdstuk van de ADR. Hierin staan onder meer de algemene voorschriften met betrekking tot beveiliging. Worden er bovendien gevaarlijke stoffen met een hoog gevarenpotentieel gereden (zie onderstaande tabel), dan zijn er extra maatregelen van toepassing, zoals het opstellen van een ADR beveiligingsplan.
In het ADR beveiligingsplan moeten de volgende zaken naar voren komen:
a) specifieke toewijzing van de verantwoordelijkheden op het gebied van beveiliging aan personen, die over de vereiste bevoegdheden en kwalificaties beschikken om hun verantwoordelijkheden uit te voeren;
b) registratie van de betrokken gevaarlijke goederen of typen van gevaarlijke goederen;
c) beoordeling van de normale werkprocessen en de daaruit voortvloeiende beveiligingsrisico’s inclusief het voor het vervoer noodzakelijke oponthoud, voor het verkeer noodzakelijke verblijf van de goederen in de voertuigen, tanks of containers vóór, tijdens en na de verandering van plaats, de tijdelijke tussenopslag van gevaarlijke goederen ten behoeve van het wisselen van vervoersmodaliteit of vervoermiddel (overslag), voor zover van toepassing;
d) duidelijke beschrijving van de maatregelen die ter verkleining van de beveiligingsrisico’s in overeenstemming met de verantwoordelijkheden en plichten van de betrokkenen genomen moeten worden, inclusief:
- opleiding;
- beveiligingsbeleid (bijv. maatregelen bij verhoogde bedreiging, onderzoek bij de aanstelling van nieuw personeel, enz.);
- werkwijze van het bedrijf [bijv. keuze en gebruik van routes, voor zover deze bekend zijn, toegang tot gevaarlijke goederen tijdens de tijdelijke tussenopslag (als bedoeld onder c), nabijheid tot kwetsbare infrastructuurinstallaties, enz.];
- de ter verkleining van de beveiligingsrisico’s te gebruiken uitrustingen en hulpmiddelen.
e) doelmatige en geactualiseerde procedures voor de melding van en het gedrag bijbedreigingen, inbreuk op de beveiliging of daarmee samenhangende voorvallen;
f) procedures voor de evaluatie en toetsing van de beveiligingsplannen en procedures voor de periodieke beoordeling en actualisering van de plannen;
g) maatregelen ter waarborging van de fysieke beveiliging van de in het beveiligingsplan opgenomen vervoersinformatie; en
h) maatregelen ter waarborging dat de verspreiding van de zich in het beveiligingsplan bevindende informatie met betrekking tot het vervoer tot die personen beperkt is, die deze informatie nodig hebben. Deze maatregelen mogen de elders in het ADR voorgeschreven terbeschikkingstelling van informatie niet uitsluiten.
Opmerking: Vervoerders, afzenders en geadresseerden behoren met elkaar en met de bevoegde autoriteiten samen te werken om aanwijzingen voor eventuele bedreigingen uit te wisselen, geschikte beveiligingsmaatregelen te nemen en om op voorvallen, die de beveiliging in gevaar brengen, te reageren.